Deel 2 Cherbourg naar Concarneau

Van Cherbourg naar Concarneau

Wat een spontaan moment, eind van de middag is het gebruikelijk dat we ons ‘pensioenmomentje’ aan boord vieren met een biertje of een wijntje, zo ook deze middag. Een dag eerder zagen we het 4 jaar jongere broertje (met de naam Horizon, bijna identiek aan Dasher) de haven van Cherbourg binnenvaren. Na een spontane ontmoeting kwam de bemanning (Frank en Loretta ) even kijken hoe Dasher erbij lag. Het werd een gezellige avond, ook zij zijn vertrekkers. Hun plan is eerst naar de Middellandse Zee en daarna naar het Caribisch gebied.

ingang haven Cherbourg
de Horizon

Na Cherbourg zijn we samen naar Guernsey gevaren. Guernsey is een eiland in het Engelse Kanaal voor de kust van Normandie. Het bijzondere van dit vaargebied is de harde stroming en het grote verschil in getijde. Hier is een juiste planning voor vertrek essentieel. Bij cap de la Hague kan het wel 7 knoop stromen. Met een vaarsnelheid van 6 knoop en die tegenstroom vaar je dus achteruit, dit zie je op de plotter. We hebben nog even getwijfeld om naar het eerste eiland (Alderney) te gaan, maar dit bleek gelet op de stroming niet meer mogelijk. Ook de Horizon kwam tot die conclusie. Ze twijfelden nog aan de werking van hun kaartplotter, (er is een groot verschil tussen de te varen koers en de werkelijke koers). Samen met de Horizon zetten we koers naar St .Peters Port, de jachthaven in Guernsey. In St. Peters Port is het verval ong 7 m. Naast het kasteel van de jachthaven zijn we voor anker gegaan.

Castle Rock

We kwamen eerder aan dan de Horizon. Ze zullen nu ook wel zin in eten hebben als ze hier aankomen, zei Jolanda. Ik zal een pan macaroni maken, dan kunnen ze mee-eten. Goed idee, dan  zal ik de dinghy (rubberboot) opblazen om ze op te halen. Na een uurtje zagen we de ‘Horizon’  aan de horizon verschijnen. Het is prutsen om met 1 peddel de dinghy te varen, gelukkig is het maar een klein eindje, en op de terugweg kan Frank mee peddelen. Bobby stond luid blaffend nog aan dek. “ Ik wil ook mee!”

 

Vanaf Guernsey zetten we koers naar Camaret, ook bekend terrein voor ons. (zie blog 2015) Marina Port de Camaret Sur Mer is een eenvoudige jacht/vissershaven. Het heeft een mooi strand waar Bobby zich heerlijk kan uitleven. Het is hier prachtig, jammer dat het weer nog niet zo mooi is. Tijdens het zeilen dragen we nog steeds onze winterpakken.

Bij aankomst gaan we eerst tanken. De afname van de pomp is beperkt tot een maximale afname van € 500, helaas heeft Dasher nog steeds dorst en moet er een 2e bankpas bijkomen. Na 300 liter heeft hij genoeg, beide tanks zitten vol.

De andere dag lijkt prima voor een oversteek naar Gijon (Spanje).

 

We vertrekken weer. Voor het bepalen van het vertrek moment willen we in ieder geval de stroming mee hebben bij Il de Rass. Daar kan het water aardig klotsen. Even na de middag gaan we weg, de wind is west, dat betekent de eerste 10 mijl rakken zeilen.

Het gaat heerlijk, eindelijk een zonnetje er bij en een mooi zeilwindje. Met 6 soms 7 knoop zeilen we hoog aan de wind de zee op. We moeten ruim om de hoek heen om de ondieptes en rotsen te vermijden.

We gaan nog een keer overstag en varen de hoek ruim voorbij.

En dan gebeurt het! Het moment waar veel zeilers angst voor hebben. Op diverse plekken in zee hebben vissers korven uitgezet voor het vangen van kreeften of krabben. De korven zitten vast aan een lange lijn die aan de oppervlakte zichtbaar is met een drijfboeitje met soms een vlaggetje er op. Je ziet ze in allerlei vormen en materialen.

zo iets!!!

Ja, je raadt het al, we varen over zo’n lijn. F!@#$%^, we zitten vast. Met een snelheid van 6 knoop vol zeil, loopt de snelheid plots terug tot 0. De wind draait de boot met het hek in de wind, we zitten dus achter vast. Snel de grootschoot aanhalen om een gijp te voorkomen. We liggen nu volledig voor de wind.  Geen snelheid, we klotsen op de golven. Dasher is een stuiterbal geworden, op de golven die ongeveer 2 m hoog zijn. De motor is niet gebruikt en gaan we ook niet gebruiken. Het risico is te groot dat alsnog de lijn volledig in de schroef draait. Waarschijnlijk haakt de lijn aan het roerblad of aan de propeller.

Eerst moeten de zeilen naar beneden, te beginnen met de genua, die trekt het meest. Dat gaat makkelijk, maar dan de bezaan en het grootzeil nog!. De lazyjacks gaan omhoog, grootschoten strak . Om het grootzeil of de bezaan te strijken varen we Dasher normaal gesproken met de kop in de wind, maar dat kan nu dus niet! We doen het volgende: op het moment dat de wind van bakboord overgaat naar stuurboord, trek ik het zeil iets  naar beneden totdat deze weer wind vangt, vervolgens gaat de giek van stuurboord naar bakboord en trek ik opnieuw. (de overgang van de giek is het moment met de minste druk in het zeil) Deze techniek werkt, de bezaan gaat redelijk snel naar beneden, maar het grootzeil is andere koek. Hier zit ik toch nog wel even mee te worstelen, maar uiteindelijk lukt het samen. De zeilen zijn weg.

Maar wat nu? We zitten 3 mijl uit de kust. Geen boot in de directe omgeving. Eerst maar even wat eten en besluiten wat we kunnen doen. Er zijn 2 opties: Ik ga onder water kijken waar de lijn achter haakt en kan het dan misschien oplossen. Of we roepen hulp in van de lokale Coastguard op kanaal 16. We besluiten dit laatste te doen. Alleen het water in met niemand in de buurt is niet zo’n goed idee. Via de Coastguard krijgen we hulp van een Belgische zeilboot de Pacific, die op doorreis is naar huis.

de Pacific in een golfdal

Per marifoon overleggen we wat we kunnen doen. Hij wil met zijn dinghy langszij komen en dan onder water kijken wat we kunnen doen. Ik besluit mijn duikpak aan te trekken, zodat we dat samen kunnen doen. Ondertussen is de stroming meer geworden, daarom maak ik een stootwil vast aan een lange lijn en gooi deze overboord, Mocht je in de  problemen raken, kun je altijd nog de lijn oppakken.

De Belg is zo aan het worstelen om in zijn dinghy te komen, diverse keren kiepert hij naast de boot. Uiteindelijk lukt het hem en komt hij langszij. Het water is helder, de lijn zit vast tussen de kiel en het roerblad. De Belg doet een poging om er naar toe te zwemmen, maar is al weer snel boven. Het lijkt zo dichtbij, zegt hij! Ja, dat klopt! De afstand onder water vergroot. De werkelijke afstand is 3 a 4 keer verder weg. De diepte waar de lijn vastzit is bijna 2 meter diep. We moeten hiermee stoppen. De Belg wil door, nog een keer proberen. Daarna ligt hij uitgeteld in z’n dinghy te puffen. We bedanken de man hartelijk voor zijn snelle hulp, het is te gevaarlijk om hiermee door te gaan. Er moet een duiker komen.

Jolanda neemt via de marifoon weer contact op met de Coastguard en legt hen de situatie voor. Ze stellen voor een rescueboot van de SNSM (Societe Nationale de sauvage de Mer) te sturen, die ons zal helpen. Laten we het eerst maar eens worden over de vergoeding. Alvorens akkoord te gaan, willen we de zaak voorleggen aan de verzekering. In de polis staat keurig hoe je een schade moet melden. Dat kan dus via internet, dat lukt niet omdat we geen internet hebben op zee. Dan maar bellen. Na een aantal voorkeurstoetsen wordt je doorverbonden met een medewerker. Blijft u aan de lijn……een mooi muziekje op de achtergrond…..in balans met de klotsende Dasher…..De wachtijd is minimaal 15 min…….F!@#$%^, haak erop! We nemen onze eigen beslissing wel! Weer contact met de Coastguard, wat gaat het kosten? Ze vragen niet de hoofdprijs, dus hulp is welkom. Na een halfuurtje komt daar het verlossende schip de Rocomadour aan, met 5 man aan boord.

De SNSM is een franse vrijwilligersvereniging vergelijkbaar met de KNMR in Nederland. Zij helpen zeevarenden in nood.

Bobby vindt het allemaal wel vreemd wat er gebeurt aan boord en gaat tekeer! Af en toe blaft hij de oren van ons hoofd en manen we hem tot stoppen! Een jonge knul in duikpak, snorkel en vinnen met een lange stok waarop aan het uiteinde een mes is bevestigd, komt naar ons toe zwemmen. Hij steekt zijn hoofd onder water en geeft via zijn mobilofoontje (die vlak voor z’n mond hangt) de situatie door aan het rescueschip. Het plan is de lijn door te snijden. Hij verdwijnt onder water om de klus te klaren.  Hij komt weer boven en gaat weer onder, dat herhaalt zich een paar keer. Totdat hij enigszins verbouwereerd boven blijft. “I dropped the stick” (Ik heb de stok laten vallen) zegt hij. Via het zwemplateau nodig ik hem uit aan boord te komen. De jonge knul blijkt te werken als meteoroloog voor de Franse Navy, dit is dus heel wat anders. Wat gaat er nu gebeuren? De enige stok ligt nu waarschijnlijk op de zeebodem, een andere is niet voorhanden. Hij overlegt met zijn collega’s en het plan is, ons los te trekken. Dat lijkt mij niet zo’n goed idee. Grof geweld brengt waarschijnlijk schade met zich mee aan het roer. Jolanda komt op het idee om aan de pikhaak een scherp mes te maken en het nog een keer te proberen. Met T-ribs en ducktape  maak ik het mes vast, dit moet lukken. Het mes is vlijmscherp. De knul gaat nog een keer te water. En ja hoor, het is gelukt bij de eerste poging heeft hij de lijn doorgesneden!  Het boeitje met vlaggetje is los!

Is alles weg? Vraag ik hem. Nee, maar we zijn wel los, er zit nog een meter lijn onderaan de boot vast. Dat betekent dat we de motor niet kunnen gebruiken. De SNSM zal ons naar de haven moeten slepen. Dasher wordt met een lange lijn vastgemaakt aan de rescueboot en zo terug naar Camaret gesleept. De knul was moe van de inspanning. Wil je een glaasje whisky?, vraag ik hem. Hij kijkt me lachend aan en bedankt daarvoor, een glaasje water is voldoende. Eenmaal bij Camaret roept de schipper van de Rocomadour ons op. Hij wil Dasher langszij leggen om haar zo aan de kant te brengen. Op whatsapp komen de eerste berichtjes binnen. Wat is er aan de hand? Waarom varen jullie terug? Niets blijft meer geheim. Big Brother is watching you! Met AIS (automatic identification systeem) aan boord zijn we goed te volgen en staan  volop in de belangstelling van onze volgers online. Eenmaal aan de kade komen andere zeilers naar ons toe en vragen naar de situatie, dat doet je toch goed al die belangstelling. Gelukkig hebben we verder geen schade. De knul is nog een keer onder water gegaan om de resterende lijn te verwijderen. Na afhandeling worden we losgekoppeld en liggen we weer veilig in de haven. Tijd voor een biertje en maar weer een deel van de tocht naar het zuiden voorbereiden.

De volgende dag gaan we weer verder, even buiten de haven wordt het grootzeil en de bezaan gezet, het kruisen laten we nu achterwege. Het is nu op de motor de Cap ronden en wegwezen uit dit gebied. Al motorzeilend varen we tussen de rotsen door naar het zuiden. Bobby heeft zijn rust weer gevonden en houdt zich bezig met zijn botje. We krijgen ruim water om ons heen, windje is gunstig. De zeilen worden gezet. en de mo0tor kan uit. Rust aan boord, heerlijk zeilen we langs de kust. Nee, nog niet door naar Spanje, de wind is niet gunstig, maar nu naar Point de Benedot.  We vinden daar een mooie ankerplek.

Eind van de middag krijgen we telefoontje van Mathijn (onze monteur  van Flevo Marina) over de watermaker. Hij heeft contact gehad met de importeur van Schenker, waarschijnlijk is de druksensor van de pomp defect. Dit kun je niet zelf oplossen. Het advies is te varen richting Nantes, daar bevindt zich een dealer van Schenker. Hij kan aan boord het probleem oplossen. Oke, we vinden het toch wel handig om zelf water te maken en verleggen daarom onze koers richting Nantes.

Later op deze avond worden we verrast door de verlate aankomst van de Horizon op de ankerplek Benedot. Het is echter al veel te laat om bij elkaar aan boord te stappen, het wordt een andere keer.

De volgende dag vertrekken we naar Concarneau, een vissersplaatsje 20 mijl verder. Deze haven is ons door Kees en Henriette (van de HenK) aangeraden. We zijn benieuwd! De haven heeft aan het begin van de haven een kaartdiepte van 2 meter. Dat wordt echter alleen bereikt bij extreme laagwater standen. Dasher heeft een diepgang van 2.20, dus ff rekenen: de laagwater stand geldig voor de dag van aankomst is  1,50  De diepgang die we ongeveer mogen verwachten is 2.00 + 1,50 = 3,50, het moet dus kunnen. We varen langzaam naar binnen en vinden weer een plekje aan een kopsteiger.

De oude binnenstad  Ville Close, ligt op een eiland in de natuurlijke haven en is nog geheel omsloten door de oude stadsmuren.Eenmaal binnen zijn er allerlei winkels en restaurantjes die het geheel gezellig en druk maken. We hebben er een leuk restaurantje gevonden om een hapje te eten. Om nog even aan de website te werken ben ik samen met Bobby terug gegaan naar Dasher. Jolanda werd verleid door de leuke winkeltjes. Ik heb haar €10 meegegeven, zodat ze zich vorstelijk kan uitleven. Haha het bedrag wordt toch iets meer, er komt ook een klein kado voor mij bij.

Naast ons is een Beneteau komen liggen. Kennelijk is het weekend zeilen weer voorbij want de boot wordt grondig schoongemaakt en leeggehaald. Twee kleine kids racen met stepjes over de kade, zoonlief mag met de tuinslang de boot en dinghy schoonspuiten, maar raakt af en toe zijn vader die vervolgens over de rooie gaat. Ga maar weer steppen!, is zijn advies. Moeders loopt heen en weer om het bagagewagentje te vullen. Tja, allemaal zo herkenbaar, vroeger deden we dat ook. Wat is het heerlijk dat, dat allemaal niet meer hoeft.

 

Tot zover het 2e verhaal. In het volgende verhaal hopen we jullie mee te nemen over de route naar en de aankomst in Spanje.

 

Wil je op de hoogte blijven van de Dasher avonturen? meld je dan aan voor de nieuwsbrief via de pagina contact.