Deel 5 de Spaanse Ria’s

Deel 5 Yeah, de Spaanse Ria’s

En nog is het geen zomer. Als we la Coruna verlaten staat er een rustig windje vanuit het Noord-Oosten. Deze wind voelt aan als een koude wind op je huid en dat duurt al enige weken lang. We hebben bijna een week in La Coruna gelegen. Ons verlangen gaat uit naar een rustige ankerplek vlakbij Puerto de Camarinas. Het is windstil als we daar aankomen. Er liggen slechts een paar bootjes op deze mooie rustige ankerplaats.

Volgens de regels moet je zodra je voor anker ligt een ankerbol hijsen. De ankerbol vertelt andere schepen dat je niet kunt manoeuvreren, dus uitwijken. In tegenstrijd met voorgaande jaren valt het op dat er niet zo nauw met deze regel om wordt gegaan. Vaak is er geen ankerbol gehesen of is de bol niet te zien.

De andere dag gaan we weer verder, eerst gaan we kijken of we in de haven van Muxia nog wat te drinken kunnen vinden voor de dieselmotor. Volgens de kaart is de diepte bij de pomp ongeveer 2 meter, aangezien we nog een paar uur voor laag water zitten, moet het kunnen. Bij binnenkomst ligt er bij de dieselpomp een vissersboot aan de kade. Dit moet niet te lang gaan duren, omdat we anders aan de grond lopen. Het lijkt wel een eeuw te gaan duren, we besluiten maar om verder te gaan. Er zit nog voldoende diesel om de Ria’s van de zuidwestkust van Galicie te bereiken.

 

Een Ria is een rivierdal die uitloopt in de Oceaan. De zuidwestkust kent 4 van die inhammen. De kust is mooi, het landschap groen van overwegend dennenbomen met mooie zandstranden en duinen. Zo af en toe doemt er een dorpje op.

 

De zeilen kunnen voluit, als het zo door gaat kunnen we Cabo Finisterre op zeil passeren. Dit is wel mooi hoor! We zeilen met een rustig gangetje langs de kust van Spanje. De Golf van Biskaje heeft ons een paar keer goed te pakken gehad, maar nu is ze aardig. We nemen afscheid van de golf en vervolgen de weg langs de kust naar het zuiden.

Met een ruime wind (wind van achteren) passeren we de kaap. Rond de kapen kan het hard waaien en er kan een gevaarlijke  golfslag staan.

‘Cabo Finisterre’ betekent ‘het einde van de wereld’. De Romeinen dachten dat de westelijke wereld hier ophield en dat je eraf zou vallen. In 2015 hebben we het schiereiland bezocht (zie blog 2015). We weten nog dat, vele wandelaars na de lange pelgrimstocht naar Santiago de Compostella hier hun schoenen verbranden.

Op de kaart hebben we een mooie ankerplaats gevonden in een inham bij Cabo de Corrubedo, nog voor de Ria de Arousa.

Ik schrijf wel op de kaart, maar dat klopt niet helemaal. Tegenwoordig zijn er fantastische apps in omloop die in je behoeft voorzien. Zo zijn er dus ook ‘ankerapps’. Wij gebruiken ‘Navily’, een app die informatie geeft over locatie’s om te ankeren. Op een digitale kaart, soort google earth wordt met een symbooltje aangegeven of het mogelijk  is om daar te ankeren en wat dan de condities zijn om daar te ankeren. De bodemsoort en bereikbaarheid van de wal met de dinghy wordt ook aangegeven. Hoe eenvoudig kan het zeilen zijn. Waar we vroeger zelf alles op de kaart moesten uitpluizen, is de digitale wereld een fantastische hulpbron geworden. Na het ‘spotten’ van een geschikte ankerplek, kijken we op de kaart of het klopt wat er over geschreven wordt. Liggen we voldoende in de luwte? is het diep genoeg? Is er swell?

Met een stevige wind zeilen we de inham in. De golven zijn steil en vervelend. We zijn niet ver van de ankerplek verwijderd, dus het moet elk moment rustig worden. Langzaam begin je je toch wat onrustig te voelen. Is dit wel een goeie ankerplek?? Nog een klein eindje te gaan. De zeilen zijn opgeborgen en we varen op de motor op een klotsende zee om een natuurlijke strekdam heen. En dan! Rust geen golven meer en veel minder wind. Kijk!, dat begint erop te lijken. We gooien het anker uit in de beach Ribeira do Prado, naast een kleine zeilboot met een jong Frans stel. We liggen hier eigenlijk wel prima en besluiten een dagje te blijven en morgen Corrubedo te gaan bezoeken.

Met de dinghy gaan we de andere dag aan land. Bobby ziet in de verte al een speelkameraadje op het strand rennen. Het is een Golden retriever, net als z’n vriendinnetje ‘Cuby’ (hond van onze zoon Mark) ook gek op water. De retriever genaamd Max, gaat heerlijk in het water zitten en komt er niet meer uit, totdat Bobby arriveert. Ze ploegen samen door het water heen, echt leuk! Na enige tijd is Bobby’s energie op. Hij is uitgeteld en als we nog een eindje willen gaan wandelen zie je hem denken ‘daar heb ik geen zin in’. ‘Kom Bob’, roept Jolanda. We gaan verder, demonstratief gaat hij er rustig erbij zitten. Het wordt meetrekken of dragen, ik besluit het laatste te doen. Eenmaal weg van het strand gaat hij weer lopen en slenteren we door de straatjes en langs de kust. Corrubedo is een klein dorpje met weinig toerisme, een paar restaurantjes en winkeltjes geven het een gezellig sfeertje. Het lijkt wel of hier de wereldklok stil staat.

 

Voor de kust liggen een aantal eilandjes die het bezoeken waard zijn. Illa de Ons is zo’n eiland in de Ria de Pontevedra in Galicie. Het eiland is betiteld met het kenmerk natuurreservaat en helaas niet toegankelijk voor honden. Jammer, maar er zijn genoeg mooie baaien waar je wel met Bobby mag komen. We laveren tussen Illa de Ons en het vaste land door naar Ria de Pontevedra. Aan het eind van deze ria ligt het eilandje Illa de Tambo, vlakbij het haventje Combarro. Het is ons plan om te ankeren aan de oostkant van het eiland, niet zo ver van het dorpje Combarro. Op onze navigatie zien we dat de Vadere II er ook ligt. Een gezellige ontmoeting met hen volgt op het strandje van het verlaten eilandje. Opeens komen er zo’n 10 motorbootjes naar het eiland toe: Wat is dit, mogen we hier niet zitten? Een invasie van…? vragen wij ons af. Het blijkt een groep schoolkinderen met begeleiders te zijn die even aan land willen gaan. Gedaan met de rust! Bobby wordt het middelpunt van belangstelling, hij rent heel wat rondjes achter de bal aan en vermaakt zich prima. S’avonds eten we chili aan boord van de Vadere II, het is weer gezellig.

                                                           

 

De andere dag gaan we met de dinghy naar Combarro. We varen met de dinghy de jachthaven in, voor een aanlegplaatsje. Uiteraard doe je dat op een plaats dat niemand last van je heeft. Het havenkantoor staat op palen boven het water, daaronder vinden we een plek waar geen boten komen. Met een lang kabelslot leggen we de dinghy vast, maar niet voor lang. Boven ons horen we iemand roepen dat we zonder betalen niet aan mogen leggen. Ook niet voor een paar uurtjes? vragen we nog. Nee, voorbij de haven kun je aan land, krijgen we te horen. We maken weer los en varen voorbij de haven om de situatie te aanschouwen. Het gebied valt droog bij laagwater, dus geen optie. Wat nu! Je moet hier toch ergens aan land kunnen. Op een steiger van de jachthaven zien we de persoon die ons zojuist weggestuurd heeft, lopen. Voorbij de haven kunnen we niet aan land. Is er geen plekje waar we even mogen liggen? vragen we hem. De baas is op kantoor, ik mag het niet toestaan. Voor onze dinghy van 2,30 meter moet hij voor 2 uurtjes € 7 vragen. We zien aan hem dat hij er ook wel moeite mee heeft. Probeer het eens voor de haven tussen de vissersbootjes, die lui doen niet zo moeilijk, zegt hij.

Uiteindelijk vinden we daar een leuk plekje vlakbij een stenen trap. Weer vergrendel ik boot, tank en motor aan onze staaldraad. Prima, maar oh, oh, als ik de sleutel uit het slot haal, valt deze uit mijn handen en in het water. Ay, het drijfboeitje dat ik eerder aan het sleutelbosje had gemaakt, is niet voldoende om de zaak boven water te houden!. Vlug probeer ik het bosje nog te pakken, maar helaas. Het water is heel helder en voor mijn ogen zinkt het naar de bodem. Zonder sleutel kunnen we niet meer naar Dasher! We hebben geluk, in een werkplaats voor boten, een soort werf spreek ik een man aan. Hij spreekt geen Engels, maar pakt zijn telefoon en met behulp van google translate kunnen we toch communiceren. Uit een schuur haalt hij een bosje met sleutels. Natuurlijk er zijn verschillende sleutels voor de bb-motor. We lopen naar onze dinghy en vervolgens past hij welke sleutel past. Als we teruglopen, gaat hij een loods binnen waar ander mensen met klussen bezig zijn, vraagt aan een van hen naar een drijver en een stukje touw. Sleutel en drijver worden aan elkaar verbonden en aan mij gegeven. Dit is geweldig! Hij wil er geen geld voor hebben, mochten jullie op kantoor komen, niets zeggen!

We gaan Combarro in. Het kleine historisch centrum van Combarro is een van de best bewaarde van Galicie. De oude vissershuizen, de horreos (graan of visschuurtjes op palen) en de kruispalen geven het een middeleeuws aanzien. Leuk om een keer gezien te hebben, maar het is ons te druk en veel te toeristisch. Het zijn een paar straatjes die leuk zijn. Volgens een wegbewijzering wordt de richting aangegeven hoe je moet lopen. Vervolgens loop je voetje bij voetje de route. Er zijn veel kleine winkeltjes met zelfgemaakte likeurtjes en wijnen. Op een parkeerplaats even buiten het dorp staan de bussen klaar, die de toeristen aan- en afvoeren en voor de restaurants proberen bedienden je binnen te lokken. Vreselijk, we zijn het gauw zat.

         .        

Na een paar uurtjes zitten we weer aan boord van Dasher, heerlijk met een koel biertje genieten we van de omgeving.

De volgende dag gaan we naar Ria de Vigo, daar vinden we een mooie ankerplek Punta Robaleira bij de inham (Ensenada in het Spaans) de Barra. Onderhand is het prachtig mooi weer, de zomer is begonnen! Vanaf Dasher nemen we een heerlijke duik in het koele water. Bobby kijkt ook mee vanaf de boot, maar meneertje vindt het maar niks. Hij blijft blaffen tot we weer terug zijn.Als de toeristen weg zijn van het strand, gaan we met de dinghy aan wal. Bobby leeft zich weer helemaal uit.

Na een paar dagen gaan we verder de Ria in. We moeten weer boodschappen halen dus dit keer wordt het een jachthaven. In Cangas gaan we diesel tanken en krijgen we een plekje aan een kopsteiger. Dat lijkt goed, maar als we goed en wel liggen, zien we aan de overkant van ons een opstapplaats voor 8 rondvaartboten. Dat is jammer, tot 22.00 uur varen de boten af en aan en s’morgens begint het weer om 07.30 uur. We storen ons er niet zo aan, we hebben genoeg te doen, bevoorraden, schoonmaken, wassen, water tanken, reparatie’s, website, emails, kortom genoeg te doen. Het plaatsje is niet zo bijzonder. De andere dag vertrekken we weer.

.                 

 

We zeilen langs de Isla de Cies, een prachtig natuurreservaat  met hagelwitte stranden, waar iedere dag per boot veel toeristen komen.

                          

Baiona is de volgende bestemming. Het kasteel van Montereal staat hier op de kust, tegenwoordig wordt het gebruikt als hotel. Langs de vestingmuur is een prachtige wandelroute aangelegd.

Even buiten de haven vinden we een mooie ankerplek. Er zijn een paar rotspunten waar we rekening mee moeten houden, bij laagwater steken deze als een speldenknop boven water. We gooien het anker uit op 4 meter diepte. Dasher is weer even 30 meter aan ankerketting lichter.

       

We weten dat de Vadere II in de haven ligt, via whatsapp vragen we of ze langs willen komen.

De volgende dag gaan we aan land om Baiona te bekijken. Bobby mag hier nergens op het strand komen, de gehele zomerperiode is dat verboden.. Dat is natuurlijk jammer. Heerlijk wandelen we langs de vestingmuur met uitzicht op zee. Baiona heeft een historisch centrum met sfeervolle steegjes en gezellige restaurantjes. Ergens lees ik dat het zeilschip La Pinta (Columbus) hier heeft aangelegd om het nieuws over de ontdekking van de nieuwe wereld (Amerika) te vertellen.

Onderweg krijgen we bericht dat ook de Horizon is gearriveerd. Ze liggen vlakbij op anker. ‘s Avonds wordt het een gezellig samenzijn aan boord van de Vadere, die ondertussen de haven heeft verlaten en ook op anker is gegaan. Met drie dinghy ’s hangen we aan de Vadere II. Eric vond het zo leuk dat hij een whatsapp groep heeft aangemaakt ‘ the 3 dinghys’, handig en leuk, omdat we elkaar toch met een enige regelmaat gaan tegenkomen.

     

We verlaten de Ria’s en bijna Spanje. Tussen Baiona en Figuera da Foz ligt La Guarda, een klein vissersdorpje met een kleine baai die we nog kennen. De Vadere II gaat er als eerste naar toe, wij volgen later op de dag.

De reis langs de Portugese kust volgt in het volgende verhaal.