Van A Coruña naar Boulogne
Het gaat hard, de afgelopen week hebben we 660 mijl afgelegd. Hoe zeggen ze dat! Het paard begint de stal te ruiken. Ondanks dat we ons nog prima vermaken, verlangen we naar de kids, kleinkids en ons huisje. Hoe is de bestrating geworden??
De oversteek naar Camaret verliep probleemloos. De eerste 100 mijl hebben we heerlijk gezeild, wel met miezerige regenbuien. Met een gemiddelde 5 knoop zeilden we lekker met het ritme van de oceaan. Helaas viel de wind weg en moesten we tot 50 mijl voor de kust het verder op de motor doen. Het warmtefront was voorbij. Voordeel van windstilte is dat je de dolfijnen weer langszij ziet komen.
grenspassage Spanje/Frankrijk
Ongeveer 100 mijl voor de kust varen we over Penhors canyon. Hier loopt een breuklijn in de Golf van Biskaje waar de diepte over een afstand van ongeveer 20 mijl van 3500 meter terugloopt naar 150 meter. Eigenlijk stopt hier de Oceaan. Je kan je voorstellen wat dit betekent voor het golfpatroon. Plots wordt deze veel steiler. Gelukkig varen we hier met een rustig windje over. Hier met een storm? Liever niet.
Als we Bretagne naderen hebben we de stroming tegen. De stroming ervaar je niet als je op volle zee zit, maar bij het ronden van kapen, weten we dat het daar heftig kan stromen. Zo ook bij Ile de Seine. Het is mogelijk om tussen het eiland en het vaste land door te varen. Erg verleidelijk om af te slaan, maar na bestudering van de stroomkaarten niet zo verstandig. We hebben daar 3 knoop tegen. Omvaren dus! De wind is onderhand toegenomen en geruimd naar NW. Het wordt tijd dat we weer gaan zeilen, maar zullen nog even moeten wachten. Als we de west kardinaal “chaussee de Seine” passeren gaat de motor uit.
Het is nog even heftig omdat de stroming geblokkeerd wordt door de eilandjes die we ten noorden passeren. Een steile golfslag is het gevolg, maar na een paar mijl wordt het rustiger en varen we in een druilerige weersomstandigheid naar de haven in Camaret. Na 3,5 dag varen komen we aan. We gaan eerst nog diesel tanken (zelfbediening), voordat we een plekje uitzoeken. Tot op heden waren we gewend dat bij aankomst het havenpersoneel je stond op te wachten en je hielpen bij het aanleggen, maar dat is nu voorbij. Het gaat hier net zoals in Nederland, je moet jezelf redden. Moe maar voldaan liggen we uiteindelijk langszij een steiger met beugels i.p.v. meerboeien. Hoe verzinnen ze het? Gelukkig helpen andere zeilers mee met het aanleggen, anders had 1 van ons op de kant moeten springen.
Camaret is een mooi stadje met gezellige terrasjes. Als je aan komt varen zie je meteen de toren van Vauban. De toren is gebouwd in de zeventiende eeuw. Onder Lodewijk de XIV kreeg Vauban de opdracht de oevers van de havens Saint-Malo, Lorient, Morlaix en Brest te beschermen tegen aanvallen van vijandelijke schepen.Vlakbij de toren staat een mooie kapel “ la Chapelle Notre Dame de Rocamadour, gebouwd in gele steen.
De andere dag gaan we weer verder, en alweer een meerdaagse tocht, nu 160 mijl. We gaan richting de Kanaaleilanden, Alderney is een mooie plek om voor anker te gaan. Daar kunnen we wachten tot het juiste moment van vertrek naar Cherbourg. Een juiste planning is hier essentieel omdat de stroom hier heel heftig is. 4 a 5 knoop mee of tegen maakt nog al wat uit. Met vrienden hebben we dit een paar jaar geleden uitgeprobeerd, bijzonder dat je denkt vooruit te gaan, maar dat de meters het tegendeel tonen. Je vaart Noord en je kompas toont 180°.
Alderney ligt ongeveer 20 km voor de franse kust van Normandie. Het eiland heeft geen jachthaven met steigers, maar een baai. Hier kun je goed op anker liggen of gebruik maken van de moorings. Het is het noordelijkste eiland van de Kanaaleilanden, die behoren bij de Britse kroon. We kiezen voor een mooring. Met de pikhaak pakt Jolanda de mooringlijn op die vervolgens om een van de voorste bolders gelegd wordt. Tijd voor een ‘ankerbiertje’ (gebruik onder veel zeilers om na een tocht even stoom af te blazen, napraten onder het genot van een alcoholische versnapering). Er is ruimte genoeg het seizoen loopt duidelijk ten einde. De bijboot hebben we netjes opgeborgen en we roepen per marifoon de watertaxi op. We hebben zin in een leuke wandeling naar het fort en over het strand. Na de wandeling even op een terrasje een wijntje drinken en dan weer terug, morgen weer verder. Bij het afrekenen is het even schrikken. 2 glaasjes prosecco, kosten €13 Dit soort bedragen zijn we al lang niet meer tegengekomen.
Het weer valt tegen. Eigenlijk hebben we het mooie weer vanaf Nazare niet meer teruggezien. Het is koud, 15 graden en het is miezerig. We zeilen weer in zeilpakken. Als dan de stuurautomaat het begeeft, voel je net alsof je onder een koude douche staat bankbiljetten te verscheuren. We zullen het dus zonder moeten doen. Midden in de nacht als ik (Jolanda) aan het roer sta, komt Jaap plots met een slaperig gezicht en woeste uitdrukking in de ogen naar het dek en gebaart dat de motor direct uit moet. Ik schrik, er is volgens mij niets aan de hand maar de motor wordt uitgezet. Hij dacht dat hij een mistige walm zag en een brandlucht rook. Pff, gelukkig is er niets aan de hand. Misschien last van een nare droom?
Van Alderney stuiven we af op Cherbourg. Er is weinig wind. De zeilen hangen er als vaatdoeken bij, maar we gaan hard, heel hard door de meegaande stroming. Het gevoel aan boord is niet fijn, omdat we weinig stuurdruk hebben. We zitten weer eerste rij in een carrousel. Kijken nog eens goed naar het stroomvenster. Is dit wel verstandig, hadden we niet beter ruim om Cap de la Hague kunnen sturen. Als het zo aanhoudt denderen we Cherbourg voorbij.
Een paar mijl voorbij de kaap draait de stroming en krijgen we meer grip op het roer en kunnen we koers zetten naar de haven.
De jachthaven van Cherbourg (port Chantereyne) dient als belangrijke uitvalsbasis voor veel zeezeilers. Het aantal bezoekers lag in 2012 op 8000 en het aantal rally’s op 30. Binnenkort wordt de haven uitgebreid met 500 ligplaatsen aan de westzijde van de haven. In het verleden maakte Cherbourg onderdeel uit van de verdedigingswerken. Ook Vauban (architect) is hier driftig aan het bouwen geweest. Ten tijde van Napoleon zijn de verdedigingswerken afgebouwd. Het was zijn bedoeling om vanuit Cherbourg de invasie in Engeland te starten.
Van zijn werk is het merendeel echter verwoest of afgebroken tijdens de 2e WO. Cherbourg was voor de geallieerden een strategisch doelwit van groot belang voor het slagen van de operatie Overlord. De haven moest schepen ontvangen vanuit de V.S en manschappen en wapens voor herovering van Europa. Op 21 juni 1944 bereiken de Amerikanen Cherbourg. Generaal von Schlieben wordt gelast zich over te geven, hij weigert dit en geeft bevel om de haven compleet te verwoesten. Op 26 juni 1944 geeft hij zich over, Cherbourg is bevrijd! De haven is een ruine en moet weer herbouwd worden. Dit duurt ongeveer 3 maanden,dag en nacht wordt hieraan gewerkt. De slag om Cherbourg e.a. veldslagen in Normandie zorgden ervoor dat de geallieerden een vaste basis hadden opgezet in Noord Frankrijk om door te stoten in Europa.
We willen door, we zijn hier immers al vaker geweest. Het ‘Hollandse’ weer nodigt nog steeds niet uit. We gaan verder. De volgende bestemming wordt Boulogne sur Mer, een kleine gezellige vissershaven. We hebben 150 mijl voor de boeg.
Met weinig wind varen we op 4 september al motorzeilend naar Boulogne, de laatste haven voordat we België aandoen.
En, ja hoor, weer krijgen we dolfijnen langszij. Deze ogen wat groter qua lengte. Foto’s en film aan de oppervlakte hebben we genoeg, maar nog geen beelden van dolfijnen onderwater. Met de contour aan de pikhaak ga ik naar de boeg en probeer ik wat te filmen. Jolanda stuurt en haalt de snelheid uit de boot. Helaas blijven ze niet lang bij ons, maar ze staan op film en op foto’s.
Compilatie Dolfijnen
Morgen vertrekken we weer. Volgende bestemming is Oostende.